Onderwijsprogramma en methoden
Mondeling Nederlands
Mondeling Nederlands is een methode om leerlingen uit een ander land de Nederlandse taal aan te leren. Het programma is volledig gebaseerd op de nieuwste inzichten in de didactiek van het Nederlands als tweede taal (NT2). De leerinhoud is verdeeld over vier cursussen, elke cursus duurt 8 weken. De meeste leerlingen starten in cursus 1. Soms hebben de leerlingen al les gehad en beheersen ze de Nederlandse taal al wat beter. Zij kunnen dan in een hogere cursus starten. Aan het eind van elke cursus wordt de woordenschat getoetst. Wanneer de beheersing voldoende is, gaat de leerling verder in de volgende cursus. Leerlingen die langer dan 40 weken op school blijven en de cursussen regulier hebben doorlopen, krijgen de laatste periode cursus 5 aangeboden. In deze cursus is er aandacht voor woordenschat m.b.t. burgerschap. Woorden in de weer We maken gebruik van de methodiek “Met woorden in de weer”. Deze methodiek is gebaseerd op de huidige inzichten m.b.t. leertheorieën omtrent het aanleren van nieuwe woorden. De methodiek wordt door onze hele school gebruikt en is een belangrijke kapstok waarmee onze leerlingen hun woordenschat en woordbegrip kunnen uitbreiden en vindt in de taalklassen aansluiting bij Mondeling Nederlands.
Lezen en spellen
Om de kinderen te leren lezen en spellen maken we gebruik van de methodiek “Zo leer je kinderen lezen en spellen” (ZLKLS). Hiernaast gebruiken we de materialen van de methode “Veilig Leren Lezen”. Bij deze methodiek is lezen en spellen geïntegreerd en krijgen beide onderdelen vanaf het begin de aandacht. Tevens wordt het aanleren van de letters ondersteund met gebaren. De leerlingen leren de letters schrijven volgens het blokschrift. In de voortgezet periode (groep 4 t/m 8) gebruiken we daarnaast de methode Staal voor spelling en de Pravoo map voor het technisch lezen.
Begrijpend lezen
Het leren van leesstrategieën, (actuele) woordenschat en het uitbreiden van de kennis van de wereld zijn de belangrijkste doelen voor begrijpend lezen. We werken met "Nieuwsbegrip XL" in de basisgroepen vanaf 9 jaar. De basisgroepen werken met informatieve teksten van niveau Alfa, AA of A.
Rekenen
Bij het rekenen zijn de instructies vooral gericht op rekentaal. We maken gebruik van themakisten en de methode ‘Reken Zeker’. We werken ernaar toe dat leerlingen een rekeninstructie op niveau kunnen volgen. We proberen aan te sluiten bij het technisch rekenniveau, we toetsen de leerlingen met de niveau test rekenen en de tempotoets rekenen.
Sociaal emotionele ontwikkeling en burgerschap
We richten ons niet alleen op het leren, maar ook op leren leven en leren samenwerken door de leerlingen sociale vaardigheden aan te leren. In de taalklas zitten kinderen met hele diverse achtergronden. Bijvoorbeeld kinderen met een vluchtelingenachtergrond, gezinshereniging, maar ook kinderen van economische migranten. Voor taalklas leerlingen is sociale integratie en actief burgerschap in een nieuw land bijzonder van belang. In de taalklassen hebben de leerlingen immers een eerste kennismaking met omgangsvormen, gewoontes en tradities van de Nederlandse samenleving. Dit begint al bij de eerste rondleiding door de school, aspecten die voor velen ‘gewoon’ zijn, zijn voor taalklas leerlingen nieuw en onbekend. Naast een jongen of meisje zitten, spelen in een bouwhoek, trakteren als je jarig bent en wie is Sinterklaas? Het team van Wereldwijzer laat alles zien, legt uit en leeft bewust voor. Deze kennis komt niet uit een boekje, actief burgerschap wordt geleerd door te oefenen in de praktijk. Wij willen ouders hierin graag meenemen, ouders worden betrokken bij activiteiten.
In onze aanpak leggen wij het eerste accent op identiteitsvorming. Bij het ‘Ik ben traject’ spelen de domeinen Ik – de groep en de maatschappij een rol. Leerlingen leren elkaar kennen, maar kunnen door tekeningen en foto’s ook laten zien we ze zijn. De nadruk ligt vooral op groepsvorming en participatie. We maken samenwerk- en groepsafspraken. Spel en expressie In het middagprogramma is ruimte om de geleerde taal “te gebruiken”. Communicatieve taalvaardigheid staat hier centraal, en de diverse vakken zoals creativiteitsonderwijs en/of sport en spel, zijn de middelen die hierbij worden gebruikt. Vanzelfsprekend wordt er in deze tijd veel samengewerkt en staat de communicatie, al dan niet gestuurd door leerkracht, centraal.
Sport
Eén keer in de week hebben de leerlingen gymles van een vakleerkracht. Hierbij komen diverse vaardigheden aanbod.
De kleuters sporten op woensdag, de reguliere groepen op donderdag.